De SRV-man

Als je niks te eten hebt zet Jacobus een SRV-man op de route

Op maandag zijn de winkels dicht in de kleine dorpjes in Frankrijk waar ik doorheen wandel. Vandaag ben ik vergeten eten in te slaan voor onderweg en door honger gekweld sjok ik voort totdat ik de SRV-man ontmoet.

patatzaak

Maandag 31 mei
Dag 19 Moissac - Saint Antoine 28,5 km

Omdat in Moissac op het postkantoor brieven van mijn vrienden kunnen liggen heb ik van opwinding deze maandagmorgen niet ontbeten. Om half acht zit ik al in een café in de buurt van het postkantoor te wachten op het moment dat de postkantoordeuren openen. Het regent, het is lekker fris. Hollands weer.

Al lezend, met een smile van oor tot oor, één oog voor de route en het verkeer, loop ik om kwart voor negen, het regenen is gestopt, de stad uit. Ik blijf langs het kanaal lopen. Geen zin in nat bos, genoeg nat bos gezien de laatste weken. In Boudou ga ik even van de route om te kijken of er misschien een boulangerie of supermarkt open is. Alles is gesloten. In Malause is het niet anders. Mijn maag begint te knorren, ik voel me slapjes. Bij een Tabac koop ik twee marsen die ik naar binnen prop.
Door een wijkverpleegster in het wit wordt me te verstaan gegeven dat in deze omgeving alle winkels op maandag gesloten zijn. Shit. Slapjes vervolg ik mijn weg. Hoop nog wat fijne kersenbomen tegen te komen.
Een paar kilometer verder ontdek ik onder een grijze rookpluim een pelgrim. Dichterbij gekomen herken ik Frans. Het witte haar, de blauwe rugzak.

Frans heb ik een paar dagen geleden voor het eerst ontmoet. Beetje saaie, norse vijftiger. In Lauzerte hebben we samen gegeten in de gite. De afgelopen nacht sliep hij niet in de gite van Moisac maar bij de plaatselijke pastoor.
Frans is mager, loopt een beetje voorover en hij heeft een getekend gezicht.

“Goeje morgen Frans, hoe gaat het met jou? Vind je het goed als ik even naast je neer plof.”
“Natuurlijk jongen, gezellig, ga zitten.”
Frans trekt zijn rugzak wat naar zich toe en ik donder mijn rugzak tegen de picknicktafel. Dan laat ik me op de bank vallen.
“Hé hé.” zucht ik.
“Je lijkt wel moe.’ zegt Frans “Heb je al veel gelopen vandaag?”
“Nou dat niet. Het probleem is dat ik de hele dag nog niets gegeten heb omdat alle winkels gesloten zijn. Ik had er geen rekening mee gehouden. Nu ben ik slap van de honger.”
“Wil je wat eten?”
Frans trekt zijn rugzak naar zich toe.
“Heb je iets over dan?” vraag ik.
“Wat wil je? Brood? Soep? Yoghurt? Koffie? Of het gehele assortiment?” lacht Frans.
“Wow, heb je dat bij je dan?” vraag ik verbaasd maar ook heel blij.
“Ik heb helemaal niets eetbaars bij me want ik vind mijn rugzak zonder eten en drinken al te zwaar.”
“Ik ben de SRV man van de Camino.” zegt Frans en hij begint een onvoorstelbare hoeveelheid voedsel uit zijn rugzak op tafel uit te stallen. Hij gooit wat water in een pannetje en zijn gehele rugzak wordt uitgepakt op zoek naar de campinggasbrander. Jezus wat een teringzooi. Hij heeft alles los in die zak gepropt.
“Kun je niet beter je spullen in plastic zakken doen, zoals kleren bij elkaar en voedsel in één zak? Voor het overzicht en het inpakgemak?” Ik kan het niet laten, blijf een bemoeierig type.
Frans kijkt me lachend aan. Hij kan lachen!
“Als je eten wil moet je me wel een beetje te vriend houden hoor. Ieder zijn manieren Hent.”

Smakelijk eet ik de soep, het stokbrood met kaas en worst van Frans op. Op de picknicktafel staat zijn brander water te koken voor een bakkie koffie.
Ik kijk smakkend genietend naar Frans.
“Op de Camino zorgt Jacobus voor me.” praat ik met volle mond. “Ik heb de hele dag niets gegeten en op het moment dat ik van slapte dreig te sterven zet hij een SRV-pelgrim op mijn pad. Daar ga ik hem straks in een kerk uitgebreid voor bedanken.”
Ik eet, drink koffie en naast me zit Hans, ongeschoren, ongewassen met een glimlach te roken.

Alle rechten voorbehouden