Object

Cherubkopje

Een engeltje wijst de gelovige de weg

Naastenliefde: verspringende beeldvorming

Cherubkopje

Dit sierstuk uit 1650 was aangebracht op een communiebank. Het engeltje (een cherubijntje) draagt een schild met het woord 'Charitas'.

De 'gewone' engel binnen het complex van engelen
De meubelen in de kerken bevatten veel symbolen. Deze verwezen/verwijzen naar de verdiensten van de Heer en zijn heiligen en naar de plichten van de gelovigen. Mocht de verwijzing niet duidelijk zijn, de kerkdienaren maakten graag gebruik van deze afbeeldingen om de kerkgangers op hun plichten te wijzen: 'Heb uw naasten lief...' Cherubijntjes (putti) zijn erg aandoenlijk, maar wijken in deze beeldvorming wel af van de hierarchie binnen het engelencomplex met negen geledingen. Cherubijnen namen na de Serafijnen de tweede plaats in binnen de engelenhierarchie en traden o.a. op als de bewakers van de Hof ven Eden en van de Ark des Verbonds.
De eenvoudige gelovige had/heeft echter behoefte aan een gewone engel die dichtbij de mensen staat, aan een bovenaards wezen dat helpt en beschermt. Met de 'engelbewaarder' en het kind-engeltje komt de hemel wat dichterbij.

Naastenliefde. Verspringende beeldvorming
'Caritas': een woord, een beeld, vaak in de voorstelling van een wat oudere vrouw die de hulpbehoevende en het kind onder haar hoede neemt. Dit beeld spreekt niet meer aan, doet aan als een ouderwetse voorstelling met een religieuze lading. Met herinneringen aan een betuttelende (kerkelijke) leiding.
Die beeldvorming stamt uit de tijd dat 'zorg' nog geen recht was, uit de tijd dat de hulpbehoevende afhankelijk was van welwillende rijken of kerkelijke en burgerlijke overheden.
Maar wij, wij zijn toch niet kwetsbaar meer.Verliezen we de hulpbehoevende uit het oog? Wij zijn zelf toch ook niet 'behoeftig'! Tot het tegendeel blijkt en wij dankbaar zijn voor de aandacht van de ander voor het kwetsbare in ons.
Maar dat beeld van die vrouw die zich buigt over de armen, dat beeld hebben we al lang opgeborgen in de museumdepots. Je ziet haar af en toe nog op historische gebouwen.
Een oog voor de mens in nood en dat zonder betutteling. Hoe pak je dat in een moderne, in een sprekende verbeelding?

Alle rechten voorbehouden

Media