Ons wonder

In 2001 stelde ik mijn vrouw Riet voor om samen met twee van onze gezamenlijke vier kinderen – Marieke en Bart – met de auto op vakantietoer te gaan in Zuid-Italië en dan te beginnen in Gargano. Twintig jaar daarvoor moest ik er voor mijn werk een aantal weken zijn en ik was onder de indruk van de schoonheid van het schiereiland.

Mijn eerste kennismaking met Gargano

We gaan terug naar eind 1982, naar de ontvoering van Toos van der Valk, echtgenote van Gerrit, hoofd van het Van der Valk concern. Ik had vanuit de politie de leiding over het opsporingsonderzoek, dat zich over meerdere landen uitstrekte en zich richtte op een dadergroep die uit Italiaanse criminelen bestond. Deze lieden waren gespecialiseerd in ontvoeringen, die ze in die jaren in heel Europa uitvoerden. Na drie weken hard werken met een groot rechercheteam was het slachtoffer gelukkig weer vrij en de meeste criminelen in Duitsland, Zwitserland en België gearresteerd. Behalve de hoofdman, de capo, een Italiaan uit Gargano, het prachtige schiereiland in Zuid-Italië, dat als het ‘spoor’ aan de laars van Italië uitsteekt in de Adriatische zee.

Onder het alias ‘la volpe’ (de vos) had deze capo na de ontvoering geen sporen nagelaten. Na veel internationaal speurwerk, waaronder telefoontaps en andere observaties bij vrienden van hem in allerlei landen, werd hij uiteindelijk een half jaar later in zijn eigen Gargano gearresteerd. Ik was blij, dat het me gelukt was de twee eerste doelstellingen van het onderzoek goed afgerond te hebben: het slachtoffer veilig en gezond weer terug en de criminelen achter de tralies. De derde doelstelling: het geld terug, konden we slechts heel beperkt realiseren. Van de twaalf miljoen gulden bleven er tien zoek.

Riet en haar gewonde been op de camping

Ernstig gewond in Gargano

In 2001 reisde ik opnieuw af naar Gargano, maar nu met mijn gezin. Op dit prachtige schiereiland had de heilige Padre Pio gewerkt en was er gestorven. Pio van Pietrelcina (Pietrelcina, 25 mei 1887 - San Giovanni Rotondo, 23 september 1968) was een kapucijner pater. In 1903 trad hij in in de Kapucijner Orde en in 1910 ontving hij de priesterwijding. Vanaf 1903 tot 1910 verbleef Pater Pio in Benevento; in 1916 werd hij naar San Giovanni Rotondo verplaatst. Hij heeft daar veel goede werken verricht, zieke mensen geholpen en in 1947 is hij gestart met de bouw van een ziekenhuis. Uit de hele wereld kwamen er giften voor de kliniek, die tenslotte kon worden geopend op 5 mei 1956. Pater Pio noemde het ziekenhuis het ‘Huis ter Verlichting van het Lijden’, de meest welsprekende getuigenis van zijn werk. We waren het er onmiddellijk over eens: ‘Dat doen we!’

En op Gargano gebeurde het… Nog maar net op de camping vloog er tussen onze drie tentjes een campinggasje in brand en draaide als een vuurtol in het rond in een laag dorre dennennaalden waar Riet middenin stond. De dennennaalden en haar benen vatten vlam. Gelukkig konden we de brand redelijk snel blussen, maar voor Riets linker been was het al te laat. Onder een koude douche in het toiletgebouw van de camping vielen de vellen van haar been en dus moesten we snel naar een ziekenhuis. Ze had ondertussen helse pijnen toen we haar achter in de auto legden. Natuurlijk – de wet van Murphy - waren de wegen overvol en duurde alles veel te lang, maar na een half uur bereikten we de Eerste Hulp, de Pronto Soccorso. In het kleine hospitaaltje nam een vrouwelijke arts de schade op en constateerde een tweede en derdegraads verbranding. Vervolgens ging ze zorgvuldig en deskundig het been te lijf, zalfde het van top tot teen in en legde professioneel een verband aan. Ze sprak geen woord over de grens, maar aan onze kant hadden we Latijn aan boord (Marieke) en met z’n allen Frans en gecombineerd met de vele handen en voeten hadden we een prima communicatie met haar.

De arts in de Pronto Soccorso behandelde Riets been elke dag en wij met z’n drieën zorgden vervolgens op de camping goed voor de patiënt. De echt op z’n Italiaans meevoelende campingbaas had ons een huisje aangeboden. Dat was een verademing. Na drie dagen mocht Riet er ‘even uit’ (anders dan het ritje camping-arts en vice versa).

Riet ging met ons in de airco-auto voor een tochtje over het schiereiland naar het historische stadje Monte Sant’Angelo. In het stadje bevindt zich een kerk met daaronder een grot waarin de oudste schrijn van West-Europa staat, gewijd aan de aartsengel Michael. De kerk en grot zijn al sedert de Middeleeuwen een populaire bestemming voor pelgrims. Ook Franciscus van Assisi in 1226 en de in 1968 heilig verklaarde Padre Pio, zeven eeuwen later, bezochten deze bedevaartplaats.

 

Een mirakel

Riet kon met haar gewonde been niet mee naar beneden de grot in en bleef daarom buiten wachten, terwijl ik met de kinderen kerk en grot ging bezichtigen. Na al die dagen een soort van opgesloten te zijn geweest in bed en vakantiehuisje zat ze op de trappen van de kerk voluit te genieten van de ruime en zonnige wereld om zich heen, toen zich een man tot haar richtte met de woorden: ‘Dag mevrouw; ik zie dat uw been verbonden is en ik raad u aan vandaag nog naar een arts te gaan. Het gaat niet goed met dat been.’ Het bleek een Nederlandse chirurg te zijn die in de omgeving op vakantie was.

Riet vertelde hem dat haar been ’s morgens nog was behandeld en van nieuwe zalf en verband was voorzien, maar de arts bleef bij zijn krachtige uitspraak dat er vandaag nog actie moest komen. Toen de kinderen en ik naar buiten kwamen vertelde ze ons het voorval en zonder te aarzelen reden we met spoed en bezorgdheid de honderd kilometer terug naar ‘ons eigen’ hospitaal. Daar aan gekomen bleek dat de arts gelijk had: de wonden waren flink aan het ontsteken. Hoe hij dat door het verband heen gezien, gevoeld of wellicht geroken heeft is ons altijd een raadsel gebleven.

 

Toeval of niet…

En dus stond in 2009 ons besluit snel vast: wij gaan, als we beiden gepensioneerd zijn, op pelgrimsreis naar Gargano. Als eerbetoon aan Padre Pio en uit dankbaarheid dat het toen zo ernstig verbrande been weer helemaal gezond en sterk was geworden; en wel dusdanig, dat het een pelgrimsreis van 2200 kilometer makkelijk aan zou kunnen aldus de eigenaresse.”

We wisten toen nog niet, dat we anders zouden gaan lopen. In onze voorbereiding gingen we op Italiaanse les bij ons in Den Bosch. Toeval of geen toeval, maar via internet kwamen we terecht bij een Italiaanse (getrouwd met een Nederlander), die Italiaans had gestudeerd in Napels en geboren was in de geboorteplaats van Padre Pio, Pietrelcina. Zij raadde ons aan om daarnaartoe te lopen in plaats van naar San Giovanni Rotondo waar Padre Pio is opgebaard in wat je zou kunnen noemen het ‘Lourdes’ van Italië. Enorm druk en enorm toeristisch ook. Pietrelcina daarentegen was erg rustig en eenvoudig. De afstand vanuit Den Bosch was ook 2200 kilometer; 1900 naar Rome en daarna nog 300 zuidelijker, naar Pietrelcina.

Later, in 2015, zijn we toch nog naar San Giovanni Rotondo en Monte Sant’Angelo gelopen. Die keer vanuit Poggio Bustone (ook een plaats waar de aartsengel Michael verscheen) een voettocht van 550 kilometer vanuit midden-Italië door de Apennijnen naar het eindpunt in Monte Sant’Angelo, waar de grot van de aartsengel is en de trap waar Riet aangesproken werd door de Nederlandse chirurg. Ook op die tocht hebben we bijzondere dingen meegemaakt.

En dat alles vanwege de ‘wonderbaarlijke genezing’…

 

 

Alle rechten voorbehouden