In mijn Uppie

Eenzaam maar niet alleen

Even wennen

Kathedraal in Burgos

Kathedraal in Burgos

Alle rechten voorbehouden

Alhoewel ik van mening ben dat de camino in principe alleen het best kan worden gelopen, was ik toch de dag na het vertrek van mijn schoonzoon John, wat zielig. Je koestert de gezelligheid en moet weer aan je nieuwe situatie wennen.
Het weer was omgeslagen, van een graad of twintig naar iets boven het vriespunt. Door de sneeuw liep ik van San Juan de Ortega naar Burgos. Het was een beetje troosteloos in de montes de Oca. Ik was al vroeg in Burgos en sliep zoals altijd in de omgeving van de kathedraal. Er was nog tijd genoeg om deze te bezichtigen, en hier trof ik voor het eerst een merkwaardige groep mensen aan. Verkleed als geestelijken liepen ze met puntmutsen en kruisen door de straten. Voorbode naar ik later zag van de Semana Sancta. Voor een pelgrimsprijsje mocht ik de kathedraal bezichtigen. Deze kathedraal, vond ik samen met die van Reims de mooiste op de route, ondanks het feit dat er nog een groot deel in de steigers stond.
‘s Nachts had ik een uur langer geslapen wegens de komst van de zomertijd. Het hagelde en sneeuwde die zondagochtend en ik moest mijn uitweg uit Burgos vinden. In zo’n stad moet je goed op de Jacobstekens letten, want door het verkeer wordt je snel afgeleid en dan moet je kilometers terug. Het was me al eerder overkomen. Ik vond al snel een bakkerij die open was en heerlijke broodjes verkocht, maar ik kwas pas een half uur onderweg en dat leek me een te snelle rust. Fout…….Omdat ik daarna een stuk de verkeerde weg nam miste ik mijn koffiepauze en kon ik pas na 21/2/ uur in Tardajos wat drinken. Het was niet echt een dag om langs de weg te gaan zitten. Te koud en te nat !!!
In Tardajos sloot ik me aan bij een grotere groep die uit allerlei nationaliteiten bestond. Het was heel aardig om zo eens te horen wat ieders motieven waren om de camino te lopen. We zouden ‘s avonds in de refugio van Hornillos elkaar weer zien, want ik raakte ze al lopend snel kwijt omdat ik nog een kerkje was binnengegaan.
Het laatste stuk naar Hornillos del Camino kon ik nog overdenken hoe ik mijn dagen met schoonzoon John had gevonden. Ik dacht: ʺIk vind het aardig dat hij met me mee is gegaan en de moeite genomen heeft om iets van mijn passie mee te makenʺ. Het was tenslotte niet niets in 7 dagen uit en thuis. Verder peinsde ik dat om het echt pelgrimsgevoel te krijgen vijf dagen eigenlijk te kort was, bovendien was het jammer dat het een relatief druk stuk van de weg was. Ik had er toch een goed gevoel over en ik hoopte hij ook.
Na een van de mooiste vergezichten van de camino liep ik Hornillos del Camino binnen, een afgelegen dorp met maar een paar huizen. Op naar de plaatselijke refugio.

Alle rechten voorbehouden