Camino

Weblog van Wilfred Kemp

In een speciaal tweeluik van Kruispunt TV volgt Wilfred Kemp pelgrims tijdens hun lange tocht en vertellen zij hem hun bijzondere verhalen. Al is het een eeuwen oude tocht, de camino blijkt nog steeds springlevend en populairder dan ooit. Wilfred heeft zijn ervaringen beschreven in deze column.

Wilfred in gesprek met pelgrim Martijn

Door: Wilfred Kemp

Alle rechten voorbehouden

Onderweg naar Santiago
Het is nog donker in St. Jean Pied de Port als we aankomen bij de herberg l’Esprit de Chemin. Deze herberg aan de voet van de Franse Pyreneeën is voor veel mensen het startpunt voor een pelgrimage naar Santiago de Compostela. Voor een tweeluik over deze populaire pelgrimstocht beginnen vandaag hier onze opnamen. L’Esprit de Chemin ('De Geest van de Weg') wordt gerund door de Nederlandse Huberta en Arno.

Camino
De Weg, daar is alles om te doen. Als je de vele weblogs op internet leest, is iedereen het er over eens: het gaat niet om het aankomen in Santiago, het gaat om de Weg, el Camino, er naar toe.

Leeg
Huberta en Arno zijn zelf voorbeelden van mensen van de Camino. Arno had ooit een goede baan bij de overheid. Dik salaris, mooie auto. “Maar het voelde leeg. Het idee dat dit het leven was, benauwde me.” Arno nam ontslag en ging de Camino lopen als inspiratie voor zijn volgende baan. Eigenlijk was hij toen al verkocht. Hij probeerde het toch in zijn nieuwe baan, maar nadat hij in 2003 de Camino voor de tweede keer liep, wist hij het zeker. De gastvrijheid die hij onderweg steeds ondervond, die wilde ook hij geven. Samen met Huberta, zelf inmiddels ook een ‘bekeerde’ Caminogangster, begonnen ze een kleine, intieme herberg in St. Jean Pied de Port.

Kanker
In de keuken wordt ontbeten. Huberta maakt omeletten. De voertaal is Engels. Rond de gezellige tafel zitten acht mensen, uit Spanje, Engeland, Korea en Nederland. We ontmoeten er Joop. Hij is zenuwachtig. Heeft nauwelijks geslapen van spanning. Hij zou de Camino samen met zijn vrouw lopen. 41 jaar waren ze getrouwd toen een agressieve vorm van kanker bij haar werd geconstateerd. Vorig jaar juni overleed ze. “Toch loop ik niet alleen”, zegt hij met trillende stem, “mijn vrouw is bij me. Ik voel het. Ik hoop tijdens de Camino de rust weer te vinden die ik altijd voelde toen zij nog bij me was.”

Marinier
Ook Martijn schuift aan. Een jongen nog, amper 22 jaar. Hij neemt verplicht een paar dagen rust. Hij is zijn tocht begonnen in Oosterhout. Liep 50 kilometer per dag met een rugzak van 40 kilo. Martijn zit bij de mariniers. Als hij de 50 kilometer niet dreigde te halen, liep hij hard. Nu heeft hij overal pijn, in zijn voeten, knieën, heupen, rug. “Van wie moest je zo idioot hard lopen”, vraag ik hem. “Voor mezelf en mijn ouders”, antwoordt hij. “Ik heb verschillende studies gedaan. Niks afgemaakt. Mijn broer studeert medicijnen, zit in de WK-selectie voor roeien. Mijn vader was Nederlands kampioen turnen. Ik moet nu laten zien dat ik ook wat kan.”

Niets te bewijzen
Inmiddels is Martijn erachter dat hij niks hoeft te bewijzen. Voor niemand niet. Dat mensen hem moeten nemen zoals hij is. St. Jean Pied de Port is voor hem geen startplek, eerder een tussenstation. Over twee dagen wil hij verder. Met pijn in het hart ziet hij de pelgrims vanmorgen vertrekken. “Ik zat al te denken: als ik overmorgen vertrek en ik loop stevig door, dan zie ik Joop misschien nog of één van de anderen.” Ik kijk hem lachend aan. Ik hoef niks te zeggen. Martijn weet dat hij er nog niet helemaal is.
.

Alle rechten voorbehouden