Vergeet niet te vertrekken, anders kom je nergens! De goden zijn met de dapperen!

Toeval bestaat niet!

'Pelgrim, vertrek, dan word je pas pelgrim! En laat het toeval voor je werken. Bepaal je doel en plan je route in, maar vergeet niet te vertrekken! Waar je zit, daar blijf je. En als je dan toch opstaat en gaat, dan zul je zien dat de engelen met de dapperen, de doorzetters, de plantrekkers zijn. Daarom wens ik u allen een Buen Camino!'

IMG0094

In 1989 had ik wat los-vast baantjes via uitzendbureaus gehad, toen ik aan iedereen verkondigde dat ik naar Rome zou fietsen. Hoongelach was mijn deel! Veel mensen verklaarden mij voor gek, zagen me al na enkele dagen met hangende pootjes per trein terugkeren. Ik werd ook geconfronteerd met mensen die mij op allerlei rampen wezen die mij onderweg zouden overkomen. Van Lekke banden, die onmogelijk te repareren zijn tot Roof, Moord, hel en verdoemenis.
Met die aanmoediging stapte ik toch op mijn wielrenfiets, die ik had aangepast, maar met 20 kg. bagage een zwabber op de weg werd. En na 18 dagen zwoegen in de Eifel, Zwarte woud, Alpen en Apennijnen, in kou en hitte, stond ik voor de Sint Pieter in Rome. Maar ook leuke mensen ontmoeten, samen met een Maleisische communist en een Amerikaanse redneck de binnenstad van Luzern op de kop zetten en door schitterende landschappen reizen. Dit was de eerste keer op fietsreis. Dat ik hier vaker met de fiets zou komen, vermoedde ik toen nog niet. Na terugkomst waren de reacties verschillend. Veel lof en bewondering, maar ook een aantal mensen die mij voor gek verklaren. Keek ik nader naar de motieven van deze mensen om mij voor gek of uitslover te verklaren, dan bleek dat meer bij deze mensen te liggen dan bij mij. Ze hadden dit zelf ook wel willen doen, maar…werk! En de familie die ging sputteren! En de beren op de weg ( of in je hoofd)! Kortom, wat bleek: het graag willen, maar daarbij het gebrek aan moed veroorzaakte bij deze mensen een jaloezie tegen mij en anderen die wel gedaan hadden wat zij niet durfden. Twee grote dingen had ik geleerd: Geef nooit op, voor elk probleem is er een oplossing, elke angst kan overwonnen worden en ik wist onder welke mensen ik mijn vrienden moest kiezen.
Onderweg naar Rome was ik ook een echtpaar tegengekomen dat het Jaar daarvoor naar Santiago is gepelgrimeerd. Zij vertelden mij hierover vol vuur. Dus, een paar jaar later, in 1991, ik had ondertussen al een vaste baan, kocht ik een ATB en bouwde deze om tot trekkingfiets. Een fiets om met bagage te reizen bestond nog niet, dus ging ik zelf knutselen. Daarnaast zocht ik een heel hoop informatie op over de Camino de Santiago in bibliotheken. In mei nam ik al mijn vakantiedagen op en weg was ik. Weer de vrijheid! Mooie landschappen, mooie gebouwen, wilde paarden, maar ook regen en kou in noord Frankrijk, klimmen door de sneeuw in de Pyreneeën en hitte op de Meseta in Spanje. Vooral de Camino in Spanje voerde me langs een weg waar de geschiedenis tastbaar aanwezig is en nog levend is in de vele medepelgrims die je ontmoette onderweg en in Santiago weer tegenkwam. In Villafranca de Bierzo deelde ik mijn brood tijdens een middagpauze in het park met een Spaanse fietser uit Huesca. In Santiago trof ik hem weer en trakteerde hij mij op een feestmaal van fruits de mer in een goed restaurant. Hij bleek namelijk eigenaar te zijn van een winkelketen in Spanje. De les deze keer was het open staan voor mensen en ontmoetingen met vreemden en alles, goed of kwaad, wat je geeft, keert ooit eens een keer in drievoud naar je terug.
Het logische vervolg van dit alles is de laatste grote pelgrimage van het christendom: Jeruzalem! De via Francigena bestond wel, maar het bestaan ervan was aan gewone stervelingen zoals ik, nog niet geopenbaard. In 1995 was de Balkanoorlog volop aan de gang en via Joegoslavië naar Griekenland reizen gaf grote kans op een dodelijke loodvergiftiging. Dus ik ging weer in de richting van Rome naar het heilige land. Een aangename ontdekking is de Rheinradweg, een fietspad langs de Rijn, waarmee ik de Eifel en de Hünsrück kon vermijden. Via het Murgtal, Donaueschingen, Schaffhausen, en Tösstal kwam ik in de Rijnkloven, zoals de Via Mala en Rofflaslucht terecht. Daarna stak ik via de Splügenpas de Alpen over. Kortom, veel grootse, ruige landschappen die mij een gevoel van vrijheid en euforie bezorgden. In Italië wende ik geleidelijk aan temperaturen boven de 30 graden, zeker na de eerste oversteek van de Apennijnen. Ik bezocht Rome weer met de streekbus op een rustdag vanuit een camping in een stadje ten oosten ervan en ging verder via Benevento en Melfi (weer eens de Apennijnen over) naar Bari. Daar overgestoken naar noord-Griekenland en via Preveza, Nafpaktos en Delfi naar Athene gereden. Griekenland was ruig, bergachtig en op sommige stukken dun bevolkt. Grootse natuur en cultuur en nog heter. In Athene nog een groepje Engelse motorrijders tegen het lijf gelopen die me hielpen om de juiste veerboot te boeken naar Haifa. Toen deed ik alles nog op de bonnefooi. Zelfs de terugreis boekte ik pas in Jeruzalem. En het was net alsof alle voorzienigheid zich richtte op het welslagen van mijn doel. Alles paste in elkaar! Ik ontmoette de juiste mensen op de juiste plekken, die de dingen konden regelen die ik op dat moment nodig had. In Israel bijvoorbeeld besloot ik over de west bank, langs de Jordaan te fietsen. Er werd streng gecontroleerd op deze weg middels vijf road blocks. Je werd in een sluis gedirigeerd. Als je daar in was, werd er een lekrijketting voor- en achter je fiets gelegd. In een zandzakbunker naast de weg hield een militair je met een zwaar machinegeweer onder schot en ondertussen werd je ondervraagd door een andere soldaat met een uzi. ‘Waar kom je vandaan?’ ‘Uit Nederland’ ‘O.k., hoe ben je hier gekomen, per vliegtuig, trein, Auto?’ ‘Nee, per fiets.’ ‘Waat! Per fiets uit Nederland? You must be crazy! Just go on, you crazy Dutchie!’ Dit paspoort van waanzin verschafte mij een ongehinderde doorgang bij de volgende vier roadblocks. ‘Oh, you’re the crazy Dutchie! You can Pass! Do you want some water?’ Na een nachtje wildkamperen in de woestijn kwam ik aan in Jeruzalem. Volgens de mevrouw van de tourist information had ik al lang opgevreten moeten zijn door Jakhalzen, slangen en terroristen. In Jeruzalem zag ik ook de Engelsen weer terug. Bij terugkomst weer dezelfde reactie van mensen. Veel vonden het schitterend, maar een aantal waren not amused! Zeker niet toen ik aan de laatste groep meedeelde dat dit hun probleem was.
De jaren daarna reisde ik heel Europa af met de fiets. Van Noordkaap tot Zuidkaap, Midden Europa, Naar de Etna en per fiets deze tot aan de kratermond beklimmen, Istanbul, Sint Petersburg, Engeland, noem maar op.
In 2008 wou ik het midden van Spanje verkennen en fietste daarheen via de Jacobsroute over Vezelay. Over de Somport ging ik naar Huesca en Toledo naar Lissabon. Daar nam ik de Caminho Portugues naar Finisterre en daarna naar Santiago. Daar aangekomen ontmoette ik een Belg. We konden het goed met elkaar vinden en hij vroeg mij om een voordracht te houden op een feestje ter ere van zijn terugkomst. Na dat feestje onderhielden we warme contacten en op een goed jaar heb ik hem naar Rome geleid. Dit jaar zijn we vanuit Rome naar Jeruzalem gefietst. Desondanks hitte, valse straathonden, schuwe Jakhalzen en zandvlooien kwamen we toch weer heelhuids aan en thuis. Na afloop zei François, mijn Vlaamse vriend: ‘Marcel, ik heb genoten en veel gezien en geleerd, maar neem nooit meer iemand mee tijdens de zomer de woestijn in! Hij zal je een pak slaag geven!’ Het was niet het toeval dat we elkaar in Santiago troffen, maar de voorzienigheid regelde voor François iemand die hem naar Rome en Jeruzalem kon leiden.

Marcel Hubers, Grave, oktober 2011