Object

Beaardingskistje en Doodskistje

Mens, je bent niet meer dan stof!

De zorg voor de stervende, voor de dode en voor de nabestaanden: vormen van liefdadigheid.

Beaardingskistje met voorstellingen van de dood en doodsattributen


Beaardingskistje
Dit zilveren achttiende-eeuwse kistje is voorzien van de doodsattributen: een skelet, doodshoofd en zandloper. Het bevatte gewijde aarde. Een schepje van deze aarde - of van de as van Aswoensdag - werd toegevoegd aan de inhoud van de doodskist omdat in die tijd katholieke riten op de kerkhoven verboden waren. De gelovige werd op deze manier toch in gewijde aarde begraven.


Doodskistje met geraamte op een baar
Dit houten doodskistje uit de zeventiende eeuw moest de gelovige wijzen op zijn/haar sterfelijkheid. Wees voorbereid op een plotselinge dood; ben je klaar voor het hiernamaals?

Een kleine geschiedenis
Het is nog niet zo lang geleden dat de katholiek je kon wijzen waar de ongedoopte kinderen en de zelfmoordenaars lagen: in de ongewijde grond buiten het kerkhof.
De begrafenisgebruiken kennen een lange geschiedenis. Karel de Grote verbood het verbranden van lijken, behalve tijdens epidemieën. De rijken lieten zich in de kerk begraven, dit waren letterlijk de 'rijke stinkerds'. De armen lagen buiten. Na Napoleon mocht men de doden vanwege de hygiëne niet meer binnen een (kerk-)gebouw ter aarde bestellen, behalve in de grafkelders. De begraafplaatsen werden buiten de stadswallen aangelegd en vormen na al die eeuwen nu vaak oases van rust binnen het lawaai van de drukke stad.
Op de wat oudere kerkhoven, die vaak niet meer bij een kerk liggen, kan men nog altijd de standsverschillen onderkennen: de geestelijken dichtbij de Calvarieberg, de hooggeplaatste burger langs de hoofdpaden in een eigen 'mausoleumpje', of onder zware zerken, omringd door opstaande stenen of geknotte zuilen. Voorzien van symbolen: gevouwen handen, het kruis, de kelk, het cherubijntje of het boek.
Niet iedereen is de eeuwige rust gegund: weinig geld, eerder geruimd.
Vanaf 1955 is cremeren toegestaan, in 1968 werd bepaald dat cremeren gelijkwaardig is aan begraven. Nu: 50 % begrafenis, 50 % crematie. En een aantal doden wordt 'ter beschikking gesteld aan de medische wetenschap'.

Begrafenis- en crematierituelen
Met de dood voor ogen kan men zich, liefst in overleg met de dierbaren, op diverse manieren voorbereiden op het einde van het menselijk bestaan. Vult de stervende het afscheidsritueel zelf van A tot Z in of laat hij/zij veel (of alles) open?
Wordt het een standaard-kist of wordt deze door vrienden beschilderd? De een kiest voor een sobere begrafenis binnen besloten kring, de ander viert het groots. Sommigen kiezen voor een statusgevoelige uitvaart, anderen maken er een happening van.
'Mijn as moet je vanaf het veerpont uitstrooien in de IJssel.''Mag dat? 'Maar ik wil wel een klein beetje as in een sieraad laten verwerken.'
Nadien kunnen de direct betrokkenen de nabestaanden op vele manieren ondersteunen tijdens het rouwen. Het blijft aftasten: welke vorm van ondersteuning is wanneer wenselijk? Liefdevolle aandacht als vorm van barmhartigheid? Niet alle mensen worden omgeven door dierbaren. Er worden zelfs doden 'vanwege de gemeente' begraven.
En ook dan zijn er weer vrijwilligers die de eenzame dode rond zijn/haar graf vergezellen met muziek of met een gedicht. Beter laat dan nooit?

Alle rechten voorbehouden

Media