De 5e component van de Camino

Kunst onderweg

Fromista

De Camino de Santiago leidt naar één bepaalde bestemming: het graf van de apostel Jacobus de Meerdere. In de loop van de eeuwen gingen talloze pelgrims de weg naar Gallicië. Na elke dagreis vonden ze onderkomen in een hospitaal of een herberg.
De vaste componenten van de Camino zijn duidelijk: de apostel, de weg, de pelgrims en de herbergen. Strikt genomen hoort de kunst niet tot die historisch vastgelegde componenten.

Het begrip kunst zoals het thans wordt verstaan, was de middeleeuwer vreemd. De hedendaagse pelgrims zijn wellicht nog steeds onderweg naar de apostel, maar gaan niet zomaar meer voorbij aan de overvloed aan kunstwerken langs de weg. Daarom kan aan de vier fundamentele componenten de kunst worden toegevoegd. Ze verrijkt de eeuwenoude weg met een boeiende dimensie. Een weg is een verbinding tussen verschillende oorden. Hij is een doorgang, een drager van beweging. Hij wordt gebruikt door allerlei mensen met verschillende doelen voor ogen. Ze bewegen zich op de weg met de meest uiteenlopende redenen. In het verleden was de weg voor de Christelijke koningen een vitale ader, van belang voor de beveiliging van hun grenzen tegen de Moren en als doorgangsroute over de Pyreneeën. Meer dan andere wegen is de Camino ook een artistieke weg met een hoge concentratie van vooral 12e eeuwse monumenten. Vooral de Romaanse bouwkunst is via de Camino Spanje binnengekomen en ook latere kunststijlen ontwikkelden zich langs deze weg.

Het kunstpatrimonium langs de Camino, opgebouwd tussen de tiende en de twintigste eeuw, kende een enorme productie in de 12e eeuw. Tijdens deze eeuw werd een overvloed aan kunstwerken geschapen ten behoeve van de Camino. De kunst langs de Camino is redelijk uniek en levert een heel eigen bijdrage aan de grote Westerse kunststromingen. Voor de Moorse invallen van 711 was er al de Visigotische kunst en in de 10e eeuw onstond de Mozarabische kunst. Op de zijwegen van de Camino zijn ook nu nog juweeltjes van beide kunststijlen te bewonderen. Ook exclusief Spaans is de Mudéjar-stijl, die zijn naam ontleent aan de Mudéjares, de moorse ambachtslui die in de heroverde gebieden waren achtergebleven. Tenslotte is er nog een geheel eigen vorm van Spaanse Renaissance te vinden die wordt aangeduid als Plateresk, afgeleid van het werk van de zilversmeden (Plateros). Het kunsthistorisch belang van dit pelgrimage-traject van de Pyreneeën tot in Gallicië is dan ook bijzonder groot te noemen...

Alle rechten voorbehouden