Het machtsvertoon van de pastoor

Het ja-woord werd ongeldig verklaard

In 1967 zochten we na enkele jaren verkering een woning en vonden die in Oudenbosch waar ik destijds werkte op de pedagogische academie De Vossenberg. We besloten om pas ‘s middags te trouwen, in die tijd nog niet echt gebruikelijk. Een bevriende kapelaan uit de parochie van mijn vriend, zou ons huwelijk sluiten. Dat moest de pastoor van mijn parochie wel goedkeuren, dus vroeg ik om een gesprek.

De pastoor kwam met een aantal praktische bezwaren. Hij had geen kapelaan, maar wij wel. Hij had geen misdienaars, maar twee vrienden waren bereid om de te assisteren tijdens de mis. Hij had geen organist en geen koor, ook daar hadden we een oplossing voor want de muziekdocent van de Vossenberg zou het orgel bespelen en de docent pedagogische vormde een koor met de leerlingen. De pastoor gaf toestemming. Op onze trouwdag belde de kapelaan aan bij de pastorie om even kennis te maken me de pastoor. Helaas was dat niet mogelijk want zo vertelde Mimi de huishoudster 'hij deed zijn middagdutje en ze mocht hem niet storen'.
De plechtigheid begon. Het was bijzonder om familie, vrienden om ons heen te hebben. We beloofden elkaar eeuwige trouw, de ringen werden gewisseld en onze vriend hield een zeer persoonlijke toespraak.

Enkele minuten daarna stoof de pastoor het altaar op. Ons ja-woord was niet geldig want hij had onze vriend persoonlijk toestemming moeten geven om ons huwelijk te sluiten. Er volgde een discussie waar wij niets van begrepen, maar onze vriend vroeg ons om de ringen weer af te doen en de ceremonie moest opnieuw. We waren verbijsterd over zoveel machtsvertoon van de pastoor. Na afloop ging onze vriend met de pastoor in discussie maar kreeg geen gelijk.

Toen we na enkele jaren weer terug in mijn geboorteplaats gingen wonen, kwam dezelfde pastoor op huisbezoek om kennis te maken. Hij herkende me niet meer en stelde zich voor. Ik had inmiddels het instituut kerk verlaten en vertelde hem dat ik hem nog heel goed kende en geen behoefte had aan een gesprek. Op een financiële parochiebijdrage van ons hoefde hij ook niet te rekenen. Hij liep rood aan van woede. 'Je vader draait zich in zijn graf om', zei hij. Hij wist niet dat mijn inmiddels overleden vader de laatste weken van zijn leven zo teleurgesteld was in met name deze pastoor. 'Wel tijd om geld op te halen, maar geen tijd voor een ziekenbezoek', zei mijn vader. Om die reden wilde hij niet de laatste sacramenten ontvangen voor hij stierf. Hij zou het dus vast met me eens zijn geweest.

En toch... ik stond te trillen op mijn benen tijdens het gesprek want ik vond mezelf redelijk brutaal tegen hem. Eerbied voor de pastoor zat toch diep in me. De expositie Van God los? bracht de herinnering weer terug. Het was voor mij vooral een te dwingend geloof.

Alle rechten voorbehouden